Het inzetten van transparanties zoals bijvoorbeeld slagschaduw of beeld wat transparant is ingewerkt (zachte randen of zwakere dekkracht) dit laat zich niet weg denken. Drukbestanden met zogenaamde Live-Transparanties zijn bij het drukken in zeer wenig gevallen een probleem. Maar bij overmatig gebruik of ongunstig gebruik van transparanties veroorzaakt soms problemen. Als deze bijvoorbeeld samen met de overdrukken functie worden gebruikt en/of steunkleuren, of schaduw en verloop.
Om ook deze problemen te voorkomen is het van voordeel om transparanties voor het drukken af te vlakken. Bij dit proces worden transparante objecten in voor de druk verwerkte informaties omgezet. Dat betekend dat de overlappende gedeeltes van de transparanties in enkele gedeeltes worden gedeelt en zo op een laag komen te staan.
Het afvlakken gebeurt pas bij de export van het bestand en niet „live“ in het programma. Maak hiervoor een nieuw profiel aan onder het menu Bewerken > Voorinstellingen transparanties afvlakken. Je kiest daar de regel (hoge resolutie) en klikt op nieuw en geeft je bestand een naam. Zet dan de ´Raster-/vectorbalans van 100% naar 75% Het overige mag blijven staan en vink vervolgens in het onderste vakje complexe regioßs bijknipen´aan.
Bij de export naar Acrobat 4.0 (Adobe PDF 1.3) word een document met transparanties automatisch gereduceerd. Als je standaarmatig PDF/X-3 hebt aangegven is automatisch deze PDF Versie ingestelt.
Je kan voor het PDF-Export in de optie ´voorbeeld van transparantie reductie´(InDesign) een controle doen welke objecten hiervan getroffen zijn en hoe deze er na de recutie uitzien.
In ieder geval moet je de uitgegeven PDF op goede weergave controleren. Omdat het zoals eerder vermeld in somige gevallen anders uit kan komen. Vooral als je de bestanden later naar CMYK omzet of de kleurintensiteit reduceert moet worden om de bestanden drukklaar te maken. Dit kan in somige gevallen anders uitpakken dan verwacht. Voor hierbij onstaande verschillen staan wij niet garant.